Vul het formulier in en klik op bevestigen om de brochure te ontvangen

Laat je gegevens achter. Wij informeren je zodra er nieuwe data bekend zijn.

Blog: De waarde van waarde

‘Hagelslagondernemingen’

Managers van grote Nederlandse bedrijven zitten in een ‘beheerskramp’, mijden elk risico en zijn gevangen in een ‘wurggreep van tevredenheid’. Commissarissen bij diezelfde bedrijven zijn vooral een ‘applausmachine’, die voor zichzelf als belangrijkste taak zien vooral de rust in de gelederen te bewaren.

In het boek Exit Fantoomtrots (van Leen Paape en ondergetekende) wordt tegen heilige huisjes aangeschopt – maar niet om het schoppen zelf. Zelfgenoegzame bedrijfsbazen die er trots op zijn dat hun bedrijf door private equity van de beurs wordt gehaald, moeten het ontgelden. De Nederlandse taal wordt verrijkt met de term ‘hagelslagonderneming’, wat staat voor een bedrijf waar alles in overvloed is zonder dat er veel voor hoeft te worden gedaan en zonder dat er sprake is van veel ondernemerschap.

Het rebelse plezier – zo constateerde recensent Pieter Couwenberg van het FD – valt des te meer op doordat de auteurs onderdeel zijn van het establishment. Paape is (inmiddels met emeritaat) hoogleraar corporate governance aan de businessschool Nyenrode en Van de Voort is strategieconsultant. Het zijn – zo stelde hij, activisten, maar dan wel in krijtpak.

We verwijten Nederlandse bestuurders strategische luiheid. Te vaak wordt de oplossing gezocht in saneren, overnemen en aandeelhouders tevreden houden met een aandeleninkoopprogramma. Bepaald geen teken van vertrouwen in de innovatieve kracht van de onderneming. En dus roepen we op weer te ondernemen.

Exit Fantoomtrots past in deze tijd van transitie, waarin wordt gezocht naar een nieuw verhaal voor het kapitalistische model. Maar het past er ook weer niet helemaal in, doordat het deels teruggrijpt naar vertrouwde recepten uit het kookboek voor het bedrijfsleven. Het is geen idealistisch maar een realistisch boek met veel praktische voorbeelden. En wars van ideologische vooroordelen.

Zo gaan we niet mee in het in Nederland geliefkoosde idee dat bedrijven als Unilever slachtoffer zijn van het kortetermijnaandeelhouderskapitalisme, oftewel het Angelsaksische model, terwijl het concern het goede wil doen voor de samenleving en alle belanghebbenden, de Rijnlandse ideologie. Hier is volgens de auteurs sprake van een schijntegenstelling. De kapitaalverschaffer staat voor de financierbaarheid en daarmee voor het begin en het einde van de jaarcyclus. Daartussen staan alle belangengroepen die de onderneming moet bedienen om haar bestaansrecht te rechtvaardigen. De een kan niet zonder de ander. Meervoudige waardecreatie – óók voor aandeelhouders.

Probleem is wel dat veel Nederlandse fondsen de beurs niet of nauwelijks meer gebruiken om te ondernemen. Zij potten het geld op, kopen aandelen en zijn onvoldoende bezig met wat de auteurs ‘economic value added’ (of EVA) noemen, een berekeningsmethode van waardecreatie die eind vorige eeuw in zwang was. De hedendaagse managerskaste is te zeer gericht op de winst-en-verliesrekening en het managen van het getal onder aan de streep en te weinig op de toekomst, de middelen die daar voor nodig zijn én de kasstroom. Net als veel beleggers zijn zij bezig met de te korte termijn. Er wordt te weinig naar de balans (het werkelijk geïnvesteerde vermogen) gekeken en naar de werkelijke waarde van merken, en andere immateriële activa.

Om uit deze zelfgenoegzaamheid te geraken doen we onder meer het voorstel om de commissarissen verantwoordelijk te maken voor strategie en de balans. Het management kan zich dan richten op de uitvoering van het plan, de winst-en-verliesrekening en de dagelijkse gang van zaken. Dat is een interessant idee dat zeker een discussie waard is, al vraagt het een fundamentele herijking van het profiel, de inzetbaarheid en de beloning van toezichthouders.

En dan is er nog de berekening van de kosten. De schrijvers halen een idee van Eckart Wintzen van stal om tegemoet te komen aan toenemende zorgen over planeet, samenleving en werknemers. Deze onorthodoxe IT-ondernemer stelde eind vorige eeuw voor om in plaats van op arbeid belasting te heffen op het verbruik van grondstoffen en materialen. Dat stimuleert een zorgvuldig gebruik van de aarde.

Dat vergt innovatie, nieuwe businessmodellen – ondernemerschap, waarin meervoudige waardecreatie (organisatie, samenleving, aarde) zichtbaar wordt.
En daarin is geen ruimte voor hagelslagondernemingen.

Door Leo van de Voort (voormalig directeur corporate finance Kempen & Co en coauteur van de boeken Exit Fantoomtrots en Gegijzeld door geld; het stockholmsyndroom van het aandeelhouderskapitalisme).

Leo van de Voort verzorgt meerdere programma’s bij Sijthoff Accountants Academy en Alex van Groningen. Ontdek Leo’s expertise en bekijk zijn cursussen hier.

bekijk meer nieuws